5 Tips voor bewonersgroepen over straling

Afgelopen jaar heb ik enkele hoogfrequente stralingsmetingen uitgevoerd voor bewonersgroepen. Mensen maken zich zorgen over 5G. Soms zijn er klachten, soms wil men preventief weten wat de stralingsbelasting in de openbare ruimte is. Als nulmeting zeg maar, om over twee jaar nog eens te herhalen.

Voor zo’n meting is een spectrumanalyse nodig, met professionele apparatuur. Vandaar dat ik altijd een van de meetcollega’s van VEMES betrek die daar goed in thuis is. Want je wilt precies weten hoe sterk de stralingsbelasting op straat is en met welke frequenties wordt uitgezonden. En… hoe sterk de 5G-straling is. Op www.antenneregister.nl kan je zien welke zendinstallaties met welke frequenties in je buurt staan opgesteld.

Met het EMV-meetrapport onder de arm kan de bewonersgroep naar de gemeente stappen. Mijn advies is om dit traject strategisch goed in te steken.

Hieronder 5 tips voor stralingsbewuste bewonersgroepen uit de praktijk.

1. Wat is het doel van de bewonersgroep precies?
Er zijn steeds meer stralingsbewuste bewonersgroepen. Prachtig, want dat vergroot de conversatie over stralingsrisico’s. Ik maak alleen vaak mee dat er geen heldere missie en visie is bepaald. Wat wil je als groep precies bereiken? Voor wie? En hoe? Mijn tip is om dit zo concreet mogelijk te maken.

Bijvoorbeeld: Doel: wij willen stralingsrisico’s voor de gezondheid in onze gemeente beperken. Hoe: wij willen betrokken worden bij de uitrol van zendinstallaties in onze gemeente. En hoe: geen zendinstallaties in de lantaarnpalen in onze gemeente.

Je kan ook kiezen voor bewoners als doelgroep. Bijvoorbeeld: Wat: gezondheidsrisico’s door straling bij de inwoners in onze gemeente beperken. Hoe: wij willen dat elke inwoner van onze gemeente op de hoogte is van stralingsrisico’s en hoe hij/zij deze kan verminderen.

Bepaal als groep ook hoe je je opstelt naar de gemeente toe. Als dialooggroep of als actiegroep? Let op: deze sluiten elkaar uit.

2. Waarom wil je een stralingsmeting laten uitvoeren?
Een EMV-meting kan een handig middel zijn om je verhaal te onderbouwen. Bedenk goed wat je met de meting wilt. Een nulmeting in de openbare ruimte, op straat? En daarmee in overleg gaan met de gemeente? Kies je locaties zorgvuldig. Wat over het algemeen goed werkt is het selecteren van enkele kwetsbare groepen: kinderen, zieken, ouderen of een straat waar meerdere elektrogevoelige mensen wonen. Kies vier of hooguit vijf locaties, verspreid door de gemeente.

3. Hoe handel je als er (extreem) hoge HF-waarden op straat worden gemeten?
Een veldmeting is altijd een momentopname. Meetwaarden kunnen zelfs binnen 10 minuten al sterk verschillen. En tja, wat is extreem? De Nederlandse overheid volgt de blootstellingsrichtlijnen van de organisatie ICNIRP. Maar deze waarden meet je nergens in Nederland, behalve op drie meter pal naast een sector van een zendmast. De gemeten waarden zullen dus altijd binnen de normen vallen. Het enige dat wij daar tegenin kunnen brengen is dat bij 1 miljoenste van die waarde (61 Volt per meter) mensen al gezondheidsklachten kunnen krijgen. Het is daarom zinvoller om de waarden af te zetten tegen de Duitse Baubiologische Richtwerte (richtwaarden volgens de bouwbiologie).

Hiermee kan de discussie worden gestart wat we in de gemeente willen vanuit het Voorzorgsprincipe. Willen we onze kwetsbare groepen niet preventief beschermen?

Overigens hebben we tot dusver hele lage waarden aan 5G-belasting gemeten. Het overgrote deel van de hoogfrequente zendmastbelasting bleek te bestaan uit 3G en 4G, uit ERMES-signalen (bepaald type tekstberichten) en C2000: het communicatiesysteem van politie, brandweer en ambulance. De 5G-fractie was maximaal 10% van de zendbelasting en op twee locaties zelfs nog een stuk lager.

4. Hoe zit het binnenshuis?
De Baubiologische Richtwerte zijn ontwikkeld voor binnenshuis, niet voor op straat. Als de discussie is hoe we de kwetsbare groepen in de gemeente willen beschermen tegen een te grote stralingsbelasting, dan ontkom je er niet aan om ook de situatie binnenshuis in kaart te brengen. Wat is er op de locatie aan wifi-belasting, blue-tooth-toepassingen, opvolg- of alarmsystemen? En wat te denken van die andere typen van straling: elektrische velden, magneetveldbelasting, vuile stroom en aarding van het gebouw?

Als er sprake is van mensen met klachten, dan is mijn advies om een binnenshuis-meting te laten uitvoeren. Zijn er geen mensen met klachten dan kan de discussie worden begrensd door alleen de blootstelling aan zendmasten aan de orde te stellen. En daar met de gemeente over in gesprek te gaan, mocht er sprake zijn van een ‘hot-spot’ aan zendmastsignalen. Het resultaat kan dan zijn: het meetbaar afschermen van die overdosis straling aan die zijde van het gebouw.

5. Wat kan de gemeente wel en niet?
De meeste stralingsbewuste groepen hebben hoge verwachtingen van hun gemeente. Vaak te hoog. Want de uitrol van zendinstallaties is landelijke regelgeving. Daar heeft de gemeente geen enkele invloed op. Het enige wat een gemeente kan doen is:

  1. Stralingsrisico’s serieus nemen. Bijvoorbeeld door een Meldpunt stralingsklachten in te richten, zoals de Gemeente Zeist heeft gedaan.
  2. Eén keer per jaar een zogenaamd ‘plaatsingsgesprek’ houden met de drie Telecomaanbieders. Soms kunnen de opstelpunten van nieuwe zendinstallaties (iets) worden gewijzigd om een kwetsbare groep te ontzien.
  3. Bewoners met EHS (stralingsklachten) financieel tegemoet komen. Als een nieuwe zendinstallatie wordt geplaatst kunnen ze een vergoeding geven om de woning aan de zijde van de zendmast af te schermen tegen hoogfrequente straling.

Last van straling?
Laat een deskundige stralingsmeting uitvoeren met advies over hoe de straling meetbaar kan worden teruggedrongen. Klik hier voor meer informatie.

Wil je nu eindelijk van je stralingsklachten af?
Overweeg dan om de Bootcamp Neurale training EHS te volgen. Hiermee krijg je de tools in handen om je hyper-reactie op straling weg te trainen. Reageer snel, er is nog plaats bij de Bootcamp van 23 t/m 25 februari 2022! Lees er hier meer over.